Toon beëindigde ons contact. De man die maar kort in mijn leven was, die ik niet hoefde te leren kennen om hem innig lief te hebben en waarvan ik zo veel leerde.
Onze eerste ontmoeting was een feest van herkenning en tegelijk zo gewoon als een brood kopen bij de bakker. Deze man riep totaal geen spanning bij mij op, ik voelde me meteen volkomen ontspannen en vertrouwd met hem. Toen we tijdens onze eerste ontmoeting samen naar een café liepen, zei ik tegen Toon; "Terwijl ik je niet ken, heb ik het idee dat ik je al zo lang ken". Ons contact groeide razendsnel. Telkens als we elkaar zagen of spraken hadden we binnen een mum van tijd contact over het meest wezenlijke wat er op dat moment in ons was. Het was zo vanzelfsprekend om me totaal te laten zien, vanaf het eerste ontmoeten. Toon stimuleerde me enorm. Met zijn liefdevolle aandacht en enthousiasme over mijn kwaliteiten, over hoe ik mijn leven leef… hij was zo enthousiast over het míjne daarvan, hoe ík het doe. Ik voelde me enorm gezien door hem in wie ik in het diepst van mijn wezen ben, wat ik met mijn handelen bewerkstellig en tracht te doen. Ik leerde me in het contact met Toon voluit over te geven aan dat wat er was in het moment, en te durven vertrouwen op mijn intuïtie.
Eva, Toons vrouw en moeder van zijn kinderen, wist vanaf het begin van ons contact. Ze zei Toon dat ze blij voor hem was en dat het prima voor haar was maar ze gaf soms ook signalen dat ze het moeilijk vond. Er was veel spanning in hun relatie, Eva had veel boosheid naar Toon wat de communicatie tussen hen bemoeilijkte.
Het samen zijn met Toon werden meer en meer haast spirituele ervaringen voor mij; ik voelde me telkens zo verbonden met wat ik te doen heb in mijn leven, ik voelde me in het contact met Toon zo "gedragen en verbonden" met God. Het voelt alsof ik doorgaans aan de zijkant sta onder de douche van God; ik voel het wel, ik voel de zachte straaltjes, ik voel de verbinding met boven. Het was wanneer ik bij Toon was alsof hij mij zachtjes bij mijn schouders pakte en me een paar kleine pasjes liet zetten waardoor ik de volle kracht kon voelen van de verbinding met boven. Wat een krachtige straal, wat een krachtige verbinding voelde ik met wat ik te doen heb in mijn leven als ik samen was met hem. Nooit eerder wist ik dat die straal van boven zo sterk is.
Ik ging naar de uitvaart van Toons vader en wist dat ik daar Eva zou ontmoeten voor de eerste keer. Na de uitvaart liep ik op Eva af. Ik maakte contact met haar en zei haar dat ik niet alleen voor Toon kwam maar ook voor haar. Ik zei haar dat ik heel blij ben met Toon maar dat ik op geen enkele manier een belemmerende rol wil spelen in de relatie van haar met Toon. Het gesprek beleefde ik als heel heftig. Eva liet veel boosheid zien die ze heeft naar Toon, ook liet ze haar tranen zien om het verdriet om haar moeizame relatie met Toon. Ik kon het horen en kon nabij blijven.
De dag daarna sprak ik hier met Toon over. Ik sprak voor de eerste keer uit dat het misschien beter zou zijn voor Eva, en dus voor hun relatie die Toon zo graag verbeteren wil, dat ik van het toneel verdwijn. Toon twijfelde er aan of dat nodig was, of dat zou bijdragen aan een beter contact met zijn vrouw. Maar hij was geraakt door mijn beweging. Hij weet natuurlijk hoezeer ik hem lief heb en blij met hem ben in mijn leven. Dat ik ruimte wilde maken, dat ik hem los wil laten, omwille van zijn relatie met Eva, dat raakte hem. Zijn ontroering daarover hielp me nog meer om voluit te voelen wat mij drijft. Ik hou van hem en wil dat hij precies het leven leidt wat hij leven wil. Dat is het enige wat ik voluit ondersteunen wil. Hij wil zo graag verder leven samen met Eva. Hoe kan ik genieten van het samen zijn met hem als ik tegelijk misschien bijdraag aan het verlies van de vrouw die hij het liefste heeft?
De week daarna spraken we er telkens over als we elkaar aan de telefoon hadden. Meer en meer voelde ik veel verdriet bij het idee van het loslaten van Toon. Maar veel sterker was mijn drang naar zuiver, belangeloos liefhebben. Wanneer is liefde dienend en wanneer is het dat niet, vroeg ik me af. En wanneer is het eigenbelang? Wanneer is het opoffering? Ik wil het allerbeste voor Toon, dat hij ten diepste zijn eigen leven leidt en als ik daar op wat voor een manier een belemmerende rol in speel dan wil ik dat niet langer. Trouw zijn aan mezelf en aan de ander helpt me zo om vrij te kunnen liefhebben, zonder eigen belang. Als ik hier voluit contact mee had dan voelde ik een enorme kracht in mezelf opborrelen.
Vorige week belde Toon en beëindigde hij ons contact. Hij wil voor zijn relatie met Eva vechten en wil zeker weten dat daarbij geen factoren van buiten zijn die een nadelige invloed daarop zouden kunnen uitoefenen. Ik voelde me blij dat hij tot deze beslissing was gekomen, dat het voluit zijn beslissing was. Ik voelde tegelijk ook zo'n verdriet om los te moeten laten. We huilden samen en tegelijk voelde ik zo'n enorme kracht in mij, een waarheid dat alleen dit de weg is; liever verdriet dan de liefde vertroebelen met oneigenlijke motieven.
Na het telefoongesprek besloot ik om mijn lievelingswandeling te gaan wandelen. Ik had zoveel verdriet maar voelde me ook zo dankbaar dat Toon uberhaubt in mijn leven was gekomen. Ik voelde ook vertrouwen in mijzelf, in Toon, in de situatie, in het leven.. dat het precies gaat zoals het goed is. Ik weet inmiddels dat afscheid ook weer “nieuw begin” met zich mee brengt, dat loslaten niet verliezen betekent, dat er nieuwe “kadootjes” liggen te wachten, door de pijn heen.
Toen Jerry thuis kwam die avond waren de kinderen nog wakker. Ik zei alleen dat ik vanavond wat verdietigs met hem delen wilde en vertelde dat Toon ons contact had beëindigd. “Oh, wat jammer voor je”, zei hij en kwam naar me toe en pakte me vast. Ik zag in zijn ogen zijn oprechte betrokkenheid, dat deed me zo goed. Ik vind het nog altijd heel bijzonder.. dat ik met hem mijn liefde voor andere mannen kan delen.
Toen de kinderen in bed lagen vertelde ik uitgebreid over mijn telefoongesprek met Toon en liet mijn tranen de vrije loop. Toon had me aan de telefoon ook gezegd dat, los van deze beslissing, hij had nagedacht over het vrijen met mij. Dat hij niet met andere vrouwen wilde vrijen en dat hij met mij en met Jerry had willen praten over vrijen met mij zonder condoom. Hij wilde het veilig hebben voor ons allemaal en er open over praten met Jerry en mij. Dat vond ik zo bijzonder; er ging voor mij zoveel toewijding, zoveel commitment vanuit naar mij. Dat deed me heel goed. Dat hij dat bovendien open met Jerry wilde bespreken.. ongelooflijk mooi! Ik schatte in dat dit voor Jerry mogelijk onaangenaam was om te horen maar ik wilde het toch zeggen omdat het voor mij belangrijk was. Toons oprechtheid naar mij en naar Jerry deed me zo goed. Ik vertelde het Jerry en hij zei; “Als je dan zwanger zou raken dan moet het gewoon zo zijn en dan is dat prima, dan komt het kind er gewoon bij”. Ik zag ook in zijn ogen dat hij het (op dat moment) meende, ik zag zoveel zachtheid in zijn ogen. Ik huilde blije tranen; niet omdat ik een kind wil met Toon, ik geloof niet dat ik nog een kind wil van wie dan ook, maar dat ik dat mag willen! Dat ik niet alleen maar mag houden van andere mannen maar ook nog een kind met ze mag willen… Ik zei Jerry hoe ik dit waanzinnig indrukwekkend vond van hem, hoe groots ik hem vind. “Ik hou zoveel van je”, zei hij en ik kon dat zo voelen, zien, beleven.
Dat Jerry zo onvoorwaardelijk achter mij staat, dat ik met al mijn verlangens welkom ben bij hem… Dat ik mijn verlangens mag hebben zoals ze komen, dat ik ze uit kan spreken naar hem… Ik mag zijn wie ik ben met alles wat er is in mij..
Het helpt me om weer een stukje in mezelf te zakken, nog meer voluit mezelf te mogen zijn met alles wat er is in mij … wat een vrijheid!
Diezelfde avond al.. zo’n groot kado…. door het vedriet heen…
Tuesday, March 27, 2007
Friday, March 16, 2007
mijn kleine meisje
Ik kwam mijn kleine meisje weer tegen. Dat kleintje in mij wat bang is, gekwetst is, wantrouwend is en zo graag gered wil worden door die ene prins op dat grote witte paard die haar voor eens en altijd gelukkig zal maken.
Ze is al een tijdje bij mij, zolang als ik me kan herinneren. Een ander stuk in mij is groot geworden, volwassen, sterk en evenwichtig. Er is steeds minder ruimte voor het kleine meisje in mij, ze heeft het ook minder nodig om haar stem te laten horen. Er is al zoveel geheeld. Maar nog niet alles en dat wat er nog om aandacht vraagt komt ze me zo af en toe laten zien.
Als ik me verliefd voel, is zij het die verliefd is en dolgraag gered wil worden. Als ik me in het nauw gedreven voel is zij het die zich angstig en bedreigd voelt. Als ik in conflict met mezelf ben is zij het die denkt dat ik niet deug, dat ik niets te willen heb. Als ik me onzeker voel is zij het die niet tevreden is met mijn uiterlijk (heel zacht uitgedrukt).
Het kleine meisje in mij is dat wat vraagt om aandacht, om heling. Tranen die nog altijd vloeien moeten, om gebeurtenissen van lang geleden maar die me vandaag nog in de greep kunnen houden.
Ik kwam mijn kleine meisje weer tegen bij Lode. Bij Lode komt zij heel gemakkelijk om de hoek kijken. Mijn kleine meisje vind Lode helemaal geweldig, ze heeft haar zinnen echt op hem gezet. Mijn kleine meisje wil met hem versmelten, wil door hem gered worden, gekoesterd worden en voor altijd geliefd en bemind. Dat is niet wat Lode doet en dat is zowel fijn als niet zo fijn. Het is fijn omdat ik daardoor niet echt in het verliefde spel terecht kan komen, niet echt ga geloven wat mijn kleine meisje wil geloven (dat HIJ mijn prins is) waardoor mijn meisje in de spiegel kan kijken, naar zichzelf, en haar tranen kan huilen. Dat is moeilijk maar de enige weg. Wat er niet fijn aan voelt is dat mijn kleine meisje zich ook wel afgewezen voelt door Lode, niet goed genoeg voelt, niet sexy genoeg en wat al niet meer.. Alle oordelen die ik ooit voor mezelf had, heeft mijn kleine meisje onthouden en ze is ze gaan geloven. Ook die tranen willen ooit gehuild worden. Gelukkig weet mijn grote ik dat Lode van mij houdt, dat ik welkom ben met alles, ook met mijn kleine meisje bij hem. Hij helpt me om haar te ontmoeten en mijn grote ik helpt mijn kleine meisje om te durven, ook om Lode te vertrouwen.
Vertrouwen.. daar begint het al mee. Mijn kleine meisje vertrouwt geen enkele man. Gekwetst als ze is denkt ze dat elke man haar misbruiken wil. Ook goedbedoelende, integere mannen bekijkt ze met wantrouwen. Het lukt haar altijd een bewijs te vinden dat ook deze man niet deugt. Mijn kleine meisje is nog echt klein, nooit groot genoeg geworden voor seksualiteit. Ze wil alleen maar vast gehouden worden, gekoesterd. En het aller aller liefst wil ze dat haar prins verschijnt die voor haar zorgt, haar gelukkig maakt, haar ontslaat van de verantwoordelijkheid om op haar eigen benen te staan. Mijn kleine meisje wil altijd klein blijven en dat gewoon mogen.
Het enige doel dat seksualiteit voor haar heeft is een man aan haar binden. Vrijen als ruilmiddel, als betaalmiddel. Ik geef jou seks dan geef jij mij aandacht en blijf jij altijd bij mij. Mijn kleine meisje is ook bang voor mijn seksualiteit, vooral voor de heftigheid daarvan. Ze remt graag af, maakt het liever wat minder. Ze heeft in een mum van tijd mijn onderbuik van binnen uit bekleed met bobbeltjesplastic, isolatiemateriaal, waardoor ik minder voel wat er te voelen valt. Ze is bang dat ik gebruikt wordt door mannen voor seks, maar ook dat ik voor slet door zal gaan, of voor hoer, als ik voluit zou genieten van mijn seksualiteit.
Mijn kleine meisje heeft leren behagen. Ze weet hoe ze de aandacht van een man kan vangen. Ze kent het spel van verleiden, afwachten, je laten versieren. Onzekerheid en verlegenheid doen het in het verleidingsspel ook goed. Ze weet hoe ze zich afhankelijk op moet stellen, het is haast haar tweede natuur geworden.
Elke man is een potentiële prins op het witte paard. Ze ziet in elke man haar redder. Soms is hij vermomd als loodgieter, soms in die mooie, onbereikbare man. Hij kan ook haast onzichtbaar zijn als die saai ogende man bij de bakker. Ze is daarom altijd alert op de mannen om haar heen, bang om haar ware, enige redder te missen. Ze zou hem toch missen... hij is haar enige doel in haar leven, om hem te vinden. Haar geluk is van hem afhankelijk, ze hoeft alleen hem maar te vinden, hij zorgt verder voor haar levensgeluk.
Mijn kleine meisje zoekt in elke man haar prins. Soms ontbreekt het witte paard maar oke, ze wil ook niet te veel eisend zijn. Zo begint ze vele relaties met één overtuiging: you're the one! Elke keer opnieuw begint ze met goede moed, nee meer dan dat. Hij is het helemaal. Ze wil de eerste tekenen niet zien dat hij het misschien toch niet is. Ook later steekt ze haar kop in het zand want ook hij moet gered worden. Ze springt maar wat graag in zijn behoefte, zijn tekort of gebrek. Zij zal hem wel de liefde geven die hij nooit gehad had. Ze zal laten zien dat ze onmisbaar is voor hem, ze zal laten zien dat ze nodig is. Ze ontleent graag haar bestaansrecht aan het zorgen voor haar lief.
Mijn kleine meisje heeft alsmaar minder plek. Mijn grote ik wordt groter en sterker en gaat doelbewust af op meer en meer vrijheid en verantwoordelijkheid. Mijn kleine meisje moet daar niets van hebben, ze gruwelt daarvan. Zij wil klein blijven en voor altijd verzorgd worden. Hoe sterker en volwassener mijn grote ik wordt, hoe minder aanwezig mijn kleine meisje is. Ik kan vaak denken dat ze er helemaal niet meer is. Heel af en toe laat ze zich nog zien. Veelal in contact met Lode. Zo ook de laatste keer dat ik bij hem was. Ik had met hem gevreeën en ik had niet al mijn opwinding kunnen voelen. Had ik wat achter gehouden? vroeg ik me af. Ja, mijn verliefde gevoelens had ik niet laten zien en er niet over gesproken. Ik had het er over met Lode. Zo fijn dat ik met alles wat er is kan komen, dat ik hem vertrouw en dat ik durf... Lode vroeg naar hoe het met mijn kleine meisje was, hoe het voor haar was. Daar was mijn kleine meisje ineens helemaal. Ik voelde me klein, kwetsbaar, zo veel behoefte aan alleen maar vast gehouden te worden, dat iemand het even van mij over neemt, dat ik het niet meer zelf hoef te doen.. mijn leven. Ik lag op mijn buik bij Lode in bed. Hij lag naast me en kuste me op mijn elleboog. "Deze kus is voor je kleine meisje", zei hij. Ik huilde mijn tranen, tranen die van lang geleden kwamen, van ver weg. Ook de opluchting dat ze er mag zijn en met gepaste afstand benaderd werd....
Ze mag er zijn van mij. Ze is welkom. Ik weet nu dat zij mijn gekwetste ik is, dat zij mij alleen komt brengen wat er (nog) geheeld moet worden, wat er Nu geheeld kan worden. Ik kan nu van haar houden, vroeger niet. Ik kan zien dat ze in de war is en pijn heeft. Ik geloof haar argumenten en overtuigingen niet meer. Gelukkig niet. Hoe groter ik wordt hoe meer ik haar lief heb, zonder haar te geloven of het met haar eens te zijn.
Ze is al een tijdje bij mij, zolang als ik me kan herinneren. Een ander stuk in mij is groot geworden, volwassen, sterk en evenwichtig. Er is steeds minder ruimte voor het kleine meisje in mij, ze heeft het ook minder nodig om haar stem te laten horen. Er is al zoveel geheeld. Maar nog niet alles en dat wat er nog om aandacht vraagt komt ze me zo af en toe laten zien.
Als ik me verliefd voel, is zij het die verliefd is en dolgraag gered wil worden. Als ik me in het nauw gedreven voel is zij het die zich angstig en bedreigd voelt. Als ik in conflict met mezelf ben is zij het die denkt dat ik niet deug, dat ik niets te willen heb. Als ik me onzeker voel is zij het die niet tevreden is met mijn uiterlijk (heel zacht uitgedrukt).
Het kleine meisje in mij is dat wat vraagt om aandacht, om heling. Tranen die nog altijd vloeien moeten, om gebeurtenissen van lang geleden maar die me vandaag nog in de greep kunnen houden.
Ik kwam mijn kleine meisje weer tegen bij Lode. Bij Lode komt zij heel gemakkelijk om de hoek kijken. Mijn kleine meisje vind Lode helemaal geweldig, ze heeft haar zinnen echt op hem gezet. Mijn kleine meisje wil met hem versmelten, wil door hem gered worden, gekoesterd worden en voor altijd geliefd en bemind. Dat is niet wat Lode doet en dat is zowel fijn als niet zo fijn. Het is fijn omdat ik daardoor niet echt in het verliefde spel terecht kan komen, niet echt ga geloven wat mijn kleine meisje wil geloven (dat HIJ mijn prins is) waardoor mijn meisje in de spiegel kan kijken, naar zichzelf, en haar tranen kan huilen. Dat is moeilijk maar de enige weg. Wat er niet fijn aan voelt is dat mijn kleine meisje zich ook wel afgewezen voelt door Lode, niet goed genoeg voelt, niet sexy genoeg en wat al niet meer.. Alle oordelen die ik ooit voor mezelf had, heeft mijn kleine meisje onthouden en ze is ze gaan geloven. Ook die tranen willen ooit gehuild worden. Gelukkig weet mijn grote ik dat Lode van mij houdt, dat ik welkom ben met alles, ook met mijn kleine meisje bij hem. Hij helpt me om haar te ontmoeten en mijn grote ik helpt mijn kleine meisje om te durven, ook om Lode te vertrouwen.
Vertrouwen.. daar begint het al mee. Mijn kleine meisje vertrouwt geen enkele man. Gekwetst als ze is denkt ze dat elke man haar misbruiken wil. Ook goedbedoelende, integere mannen bekijkt ze met wantrouwen. Het lukt haar altijd een bewijs te vinden dat ook deze man niet deugt. Mijn kleine meisje is nog echt klein, nooit groot genoeg geworden voor seksualiteit. Ze wil alleen maar vast gehouden worden, gekoesterd. En het aller aller liefst wil ze dat haar prins verschijnt die voor haar zorgt, haar gelukkig maakt, haar ontslaat van de verantwoordelijkheid om op haar eigen benen te staan. Mijn kleine meisje wil altijd klein blijven en dat gewoon mogen.
Het enige doel dat seksualiteit voor haar heeft is een man aan haar binden. Vrijen als ruilmiddel, als betaalmiddel. Ik geef jou seks dan geef jij mij aandacht en blijf jij altijd bij mij. Mijn kleine meisje is ook bang voor mijn seksualiteit, vooral voor de heftigheid daarvan. Ze remt graag af, maakt het liever wat minder. Ze heeft in een mum van tijd mijn onderbuik van binnen uit bekleed met bobbeltjesplastic, isolatiemateriaal, waardoor ik minder voel wat er te voelen valt. Ze is bang dat ik gebruikt wordt door mannen voor seks, maar ook dat ik voor slet door zal gaan, of voor hoer, als ik voluit zou genieten van mijn seksualiteit.
Mijn kleine meisje heeft leren behagen. Ze weet hoe ze de aandacht van een man kan vangen. Ze kent het spel van verleiden, afwachten, je laten versieren. Onzekerheid en verlegenheid doen het in het verleidingsspel ook goed. Ze weet hoe ze zich afhankelijk op moet stellen, het is haast haar tweede natuur geworden.
Elke man is een potentiële prins op het witte paard. Ze ziet in elke man haar redder. Soms is hij vermomd als loodgieter, soms in die mooie, onbereikbare man. Hij kan ook haast onzichtbaar zijn als die saai ogende man bij de bakker. Ze is daarom altijd alert op de mannen om haar heen, bang om haar ware, enige redder te missen. Ze zou hem toch missen... hij is haar enige doel in haar leven, om hem te vinden. Haar geluk is van hem afhankelijk, ze hoeft alleen hem maar te vinden, hij zorgt verder voor haar levensgeluk.
Mijn kleine meisje zoekt in elke man haar prins. Soms ontbreekt het witte paard maar oke, ze wil ook niet te veel eisend zijn. Zo begint ze vele relaties met één overtuiging: you're the one! Elke keer opnieuw begint ze met goede moed, nee meer dan dat. Hij is het helemaal. Ze wil de eerste tekenen niet zien dat hij het misschien toch niet is. Ook later steekt ze haar kop in het zand want ook hij moet gered worden. Ze springt maar wat graag in zijn behoefte, zijn tekort of gebrek. Zij zal hem wel de liefde geven die hij nooit gehad had. Ze zal laten zien dat ze onmisbaar is voor hem, ze zal laten zien dat ze nodig is. Ze ontleent graag haar bestaansrecht aan het zorgen voor haar lief.
Mijn kleine meisje heeft alsmaar minder plek. Mijn grote ik wordt groter en sterker en gaat doelbewust af op meer en meer vrijheid en verantwoordelijkheid. Mijn kleine meisje moet daar niets van hebben, ze gruwelt daarvan. Zij wil klein blijven en voor altijd verzorgd worden. Hoe sterker en volwassener mijn grote ik wordt, hoe minder aanwezig mijn kleine meisje is. Ik kan vaak denken dat ze er helemaal niet meer is. Heel af en toe laat ze zich nog zien. Veelal in contact met Lode. Zo ook de laatste keer dat ik bij hem was. Ik had met hem gevreeën en ik had niet al mijn opwinding kunnen voelen. Had ik wat achter gehouden? vroeg ik me af. Ja, mijn verliefde gevoelens had ik niet laten zien en er niet over gesproken. Ik had het er over met Lode. Zo fijn dat ik met alles wat er is kan komen, dat ik hem vertrouw en dat ik durf... Lode vroeg naar hoe het met mijn kleine meisje was, hoe het voor haar was. Daar was mijn kleine meisje ineens helemaal. Ik voelde me klein, kwetsbaar, zo veel behoefte aan alleen maar vast gehouden te worden, dat iemand het even van mij over neemt, dat ik het niet meer zelf hoef te doen.. mijn leven. Ik lag op mijn buik bij Lode in bed. Hij lag naast me en kuste me op mijn elleboog. "Deze kus is voor je kleine meisje", zei hij. Ik huilde mijn tranen, tranen die van lang geleden kwamen, van ver weg. Ook de opluchting dat ze er mag zijn en met gepaste afstand benaderd werd....
Ze mag er zijn van mij. Ze is welkom. Ik weet nu dat zij mijn gekwetste ik is, dat zij mij alleen komt brengen wat er (nog) geheeld moet worden, wat er Nu geheeld kan worden. Ik kan nu van haar houden, vroeger niet. Ik kan zien dat ze in de war is en pijn heeft. Ik geloof haar argumenten en overtuigingen niet meer. Gelukkig niet. Hoe groter ik wordt hoe meer ik haar lief heb, zonder haar te geloven of het met haar eens te zijn.
Monday, March 12, 2007
ontmoeting Jerry en Lode
Ik ging met Jerry naar een biodanza feest. Lode zou ook komen en dat betekende dat Jerry en Lode elkaar zouden gaan ontmoeten voor de eerste keer. Ik vond dat wel een beetje spannend; zou er spanning zijn tussen hen? Zouden ze elkaar echt kunnen zien, kunnen ont-moeten, of zou er allerlei ruis tussen zitten; gevoelens van jaloezie, competitie, ongemak, meer- of minderwaardigheidsgevoelens, wat voor een gevoelens dan ook dat maakt dat je de ander niet echt kan zien...
Toen Jerry en ik binnen kwamen zag ik dat er één man met de rug naar ons toe, bij de kassa stond, Lode. Ik zei dat tegen Jerry en liep naar Lode toe en begroette hem. Hij draaide zich om want hij wist dat Jerry er ook zou zijn. Jerry kwam naar hem toe om hem te omhelzen. Fantastisch, zo vriendschappelijk... ik stond er bij en keek er naar en ik genoot. Zo bijzonder om hen samen te zien, te zien dat ze elkaar echt in de ogen keken, dat er contact was. Ik zag aan de gezichtsuitdrukkingen van beide dat het goed was. We liepen samen naar binnen en babbelden wat.
Later zag ik, terwijl we in een grote cirkel dansten, dat Jerry en Lode oogcontact hadden. Ik kon alleen Jerry's gezicht zien; dat was open, vriendelijk, een glimlach, warm.. ik kon me iets bedenken hoe Lode zijn gezichtsuitdrukking was. Beide waren zich niet bewust dat ik hen zag. Ik genoot. Later op de avond vroeg ik Jerry hoe het voor hem was. "Goed", zei hij en hij vertelde dat hij leuk met Lode had gedanst (jammer dat ik dát niet gezien had) en dat hij zich goed voor kan stellen dat ik Lode zo leuk vind.
Ik had een heerlijke avond. Ik danste met veel mensen, mensen die ik al kende en mensen die ik voor het eerst ontmoette. Toen ik met Jerry me weer om ging kleden om naar huis te gaan kwam Lode ook erbij om zich te verkleden. Hij omhelsde me en gaf me een kus, en zei dat hij fijn met me gedanst had. "Ik heb ook fijn met Jerry gedanst", zei Lode, en hij reikte met één hand uit naar Jerry. Jerry zag het en nam het als een uitnodiging aan om mee te doen met onze omhelzing. Zo stond ik daar met Jerry en Lode, zo met z'n drieën...ik kuste ze beide en voelde me gelukkig maar vooral verbaasd dat dit gebeurde tijdens hun eerste ontmoeting, verbaasd doordat het zo open en zo gezellig en gewoon was tegelijk.
We babbelden nog wat met z'n drieën, kleedden ons om. Lode vroeg wat we morgen gingen doen, hij wist dat onze kinderen bij opa en oma aan het logeren waren. Ik vertelde hem dat we lekker zouden kunnen uitslapen, we hoefden er niet uit, we hadden geen afspraken. Lekker samen zijn en rustig ontbijten met z'n tweetjes met verse croissantjes... We namen afscheid en ik ging met Jerry naar huis.
De volgende dag terwijl Jerry zijn jas aan deed om croissantjes te halen zei ik; " als ik dood ben moet je zeggen dat ik ben de gelukkigste vrouw van de wereld was". Jerry was nauwelijks de deur uit of er kwam een sms-je van Lode; "En.... nog steeds aan het genieten? Al croissantjes gehaald? L. "
Toen Jerry en ik binnen kwamen zag ik dat er één man met de rug naar ons toe, bij de kassa stond, Lode. Ik zei dat tegen Jerry en liep naar Lode toe en begroette hem. Hij draaide zich om want hij wist dat Jerry er ook zou zijn. Jerry kwam naar hem toe om hem te omhelzen. Fantastisch, zo vriendschappelijk... ik stond er bij en keek er naar en ik genoot. Zo bijzonder om hen samen te zien, te zien dat ze elkaar echt in de ogen keken, dat er contact was. Ik zag aan de gezichtsuitdrukkingen van beide dat het goed was. We liepen samen naar binnen en babbelden wat.
Later zag ik, terwijl we in een grote cirkel dansten, dat Jerry en Lode oogcontact hadden. Ik kon alleen Jerry's gezicht zien; dat was open, vriendelijk, een glimlach, warm.. ik kon me iets bedenken hoe Lode zijn gezichtsuitdrukking was. Beide waren zich niet bewust dat ik hen zag. Ik genoot. Later op de avond vroeg ik Jerry hoe het voor hem was. "Goed", zei hij en hij vertelde dat hij leuk met Lode had gedanst (jammer dat ik dát niet gezien had) en dat hij zich goed voor kan stellen dat ik Lode zo leuk vind.
Ik had een heerlijke avond. Ik danste met veel mensen, mensen die ik al kende en mensen die ik voor het eerst ontmoette. Toen ik met Jerry me weer om ging kleden om naar huis te gaan kwam Lode ook erbij om zich te verkleden. Hij omhelsde me en gaf me een kus, en zei dat hij fijn met me gedanst had. "Ik heb ook fijn met Jerry gedanst", zei Lode, en hij reikte met één hand uit naar Jerry. Jerry zag het en nam het als een uitnodiging aan om mee te doen met onze omhelzing. Zo stond ik daar met Jerry en Lode, zo met z'n drieën...ik kuste ze beide en voelde me gelukkig maar vooral verbaasd dat dit gebeurde tijdens hun eerste ontmoeting, verbaasd doordat het zo open en zo gezellig en gewoon was tegelijk.
We babbelden nog wat met z'n drieën, kleedden ons om. Lode vroeg wat we morgen gingen doen, hij wist dat onze kinderen bij opa en oma aan het logeren waren. Ik vertelde hem dat we lekker zouden kunnen uitslapen, we hoefden er niet uit, we hadden geen afspraken. Lekker samen zijn en rustig ontbijten met z'n tweetjes met verse croissantjes... We namen afscheid en ik ging met Jerry naar huis.
De volgende dag terwijl Jerry zijn jas aan deed om croissantjes te halen zei ik; " als ik dood ben moet je zeggen dat ik ben de gelukkigste vrouw van de wereld was". Jerry was nauwelijks de deur uit of er kwam een sms-je van Lode; "En.... nog steeds aan het genieten? Al croissantjes gehaald? L. "
verlangen
Ik had met Lode afgesproken, ik zou die dag aan het eind van de middag met de trein naar hem toe gaan en de volgende ochtend weer naar huis gaan. Ik verheugde me erop om hem te zien. Ik belde hem 's ochtends om af te spreken hoe laat hij me van de trein zou halen. Ik kreeg hem thuis en op zijn mobiel niet te pakken. Zou onze afspraak wel doorgaan, vroeg ik me ineens af. Het eerste wat ik voelde was ergernis en teleurstelling bij het idee dat het niet door zou gaan. Ik wilde me niet ongelukkig gaan maken, of gaan zitten wachten. Ik besloot te gaan wandelen want daar had ik echt zin in, het was prachtig weer. Voor ik weg ging belde ik Lode toch nog even.. hij nam op en ja, onze afspraak ging door....
Ik was nog niet bij mijn lievelingswandeling aangekomen of ik was al aan het huilen. Ik was verrast door mijn eigen tranen, en de heftigheid waarmee ze kwamen en ik wist even helemaal niet waar die tranen voor stonden. Ze waren er en dat was genoeg, ik liet ze stromen. Even later voelde ik waar ze voor stonden; Ja, ik wilde Lode zien ja.. ja, ik verlang er naar om met hem samen te zijn. De mogelijkheid dat onze afspraak niet door zou gaan had mijn verlangen flink aangeraakt. Ik voelde ook zo dat dit een bekend gevoel is. Ik voelde mijn verlangen wat ik regelmatig heb om Lode te zien, om Toon te zien, om Fien te zien... er kwamen nog meer mensen langs waar ik van hou en waar mijn verlangen soms naar uit gaat. Ik realiseerde me dat ik mijn verlangen veelal weg redeneer; dat het goed is zoals het is, dat het Nu niet persé moet...
NU voelde ik mijn verlangen naar ieder van hun... de volheid van mijn verlangen en de volheid van de verbinding met ieder van hen. Wat een kracht, wat een tranen, wat een heftigheid! Ik huilde en bleef huilen en tegelijk genoot ik ervan; te voelen dat ik voluit leef met al mijn verlangens en al mijn fijne verbindingen met zoveel superfijne mensen.
Ik zag Lode staan op het station. Heerlijk! Al in de auto vertelde ik over mijn tranen en mijn wandeling. Over mijn onrust die opkwam dat onze afspraak toch niet door zou kunnen gaan, over mijn verlangen om hem te zien, mijn liefde voor hem waarbij ik dan meteen mijn angst voel dat hij "afhaakt" als ik het voluit laat stromen. Dat ik hem met valentijn misschien wel wat had willen sturen maar me tegen had gehouden met mijn angst en redenaties. "Zeg me dan nu wat je me had willen schrijven", zei Lode. Ik zei dat ik niet eens wist wat ik had willen schrijven, ik was niet verder gekomen dan te stoeien met de gedachte iets te sturen. Ik had me door mijn redenaties tegen gehouden. "Maar ik voel wel wat er nu is in mij naar jou", zei ik. Ik vertelde hem dat ik heel blij ben met hem in mijn leven, dat ik van hem houd, niet weet hoe dat er morgen uit ziet, dat ik me verbonden met hem voel, dat ik af en toe verlang om bij hem te zijn. "Ik hou van jou en nu voelt dat dat dat voor altijd is", zei Lode.
We hadden het zo fijn samen. Het was fijn om zo open te beginnen, met mijn verlangen en mijn tranen. Heerlijk om samen te zijn, Lode is zo'n fijne man. De volgende ochtend ging de wekker vroeg, Lode ging zijn kinderen ophalen. Ik bleef in bed en ging schrijven. Mijn schrijfsels maakten me het een en ander duidelijk; ik had nog iets niet gezegd tegen Lode wat er wel is; buiten dat ik van hem hou en me verbonden voel met hem, voel ik me trouw naar hem. Ik wil zijn vriend zijn en ik wil dat hij weet dat ik er voor hem ben, dat ik er voor hem wil zijn als hij me nodig heeft. Ik nam me voor om ook dat nog tegen hem te zeggen.
Ook vroeg ik me af, al schrijvende, of mijn angst voor afkeuring, voor afwijzing als ik mijn liefde voluit laat stromen wel zoveel met de ander te maken heeft. Ik ontdekte dat het meer mijn eigen "bescherming" om niet alles te laten zien. Want als ik mezelf toesta voluit van Lode te houden dan voel ik ook angst dat ik hem weer verlies en dat doet pijn. Verdriet is de prijs van binding, wil ik die pijn mezelf wel aandoen? Terwijl ik me dit realiseerde wist ik dat ik me niet door angst wil laten leiden. Ik heb uiteindelijk liever verdriet dan dat ik mijn leven maar half leef. Ook pijn is "fijn" als het er gewoon maar mag zijn. Weer die keuze tussen liefde en angst.. en weer voel ik dat ik mijn liefde wil leven en me niet door mijn angst wil laten leiden.
Lode kwam terug met zijn jongste zoon, leuk om hem ook weer even te zien, nu verkleed als "superman" (carnaval). "Het ging niet helemaal goed", zei Lode. Lode vertelde dat hij veel verdriet had gehad tijdens het ophalen van zijn kinderen, hij had zo graag een harmonieus gezinsleven gehad met de moeder van zijn kinderen en hun kinderen. Er was nu iets voorgevallen waardoor hij die pijn weer even in alle heftigheid voelde. Ook toen hij het mij vertelde kwamen de tranen en zag ik zijn pijn op zijn gezicht. Ik voelde me blij dat ik dit mag zien van hem, zo dichtbij mag zijn en ik voelde me blij dat ik er was op dat moment. Opnieuw voelde ik hoe graag ik er voor hem ben, ook in zijn verdriet.
Terwijl we met z'n drieën boterhammen aan het eten waren zei ik tegen Lode dat ik nog niet alles gezegd had gisteren in de auto. Ik zei hem dat ik zijn vriend wil zijn. Dat ik wil dat hij weet dat hij bij mij terecht kan. "ik vind dat zo fijn dat je dat zegt", zei Lode met opnieuw betraande ogen.
Onderweg in de trein naar huis belde ik Jerry. Even horen hoe het met hem is, hoe het met de kinderen ging die ochtend en om te vertellen dat ik het fijn heb gehad met Lode, gewoon om even contact te hebben, te delen. En ik wilde weten of hij de komende avond thuis was, daar hoopte ik op, om samen te zijn, te delen. Het was fijn aan de telefoon met Jerry. Zo hartelijk en rustig, zo "normaal" dat ik bij Lode heb geslapen. Hij weet van mijn liefde voor Lode en weet ook van mijn liefde voor hem. Zo genieten om zo voluit mezelf te kunnen zijn en zo vrijuit te kunnen liefhebben.
Ik was nog niet bij mijn lievelingswandeling aangekomen of ik was al aan het huilen. Ik was verrast door mijn eigen tranen, en de heftigheid waarmee ze kwamen en ik wist even helemaal niet waar die tranen voor stonden. Ze waren er en dat was genoeg, ik liet ze stromen. Even later voelde ik waar ze voor stonden; Ja, ik wilde Lode zien ja.. ja, ik verlang er naar om met hem samen te zijn. De mogelijkheid dat onze afspraak niet door zou gaan had mijn verlangen flink aangeraakt. Ik voelde ook zo dat dit een bekend gevoel is. Ik voelde mijn verlangen wat ik regelmatig heb om Lode te zien, om Toon te zien, om Fien te zien... er kwamen nog meer mensen langs waar ik van hou en waar mijn verlangen soms naar uit gaat. Ik realiseerde me dat ik mijn verlangen veelal weg redeneer; dat het goed is zoals het is, dat het Nu niet persé moet...
NU voelde ik mijn verlangen naar ieder van hun... de volheid van mijn verlangen en de volheid van de verbinding met ieder van hen. Wat een kracht, wat een tranen, wat een heftigheid! Ik huilde en bleef huilen en tegelijk genoot ik ervan; te voelen dat ik voluit leef met al mijn verlangens en al mijn fijne verbindingen met zoveel superfijne mensen.
Ik zag Lode staan op het station. Heerlijk! Al in de auto vertelde ik over mijn tranen en mijn wandeling. Over mijn onrust die opkwam dat onze afspraak toch niet door zou kunnen gaan, over mijn verlangen om hem te zien, mijn liefde voor hem waarbij ik dan meteen mijn angst voel dat hij "afhaakt" als ik het voluit laat stromen. Dat ik hem met valentijn misschien wel wat had willen sturen maar me tegen had gehouden met mijn angst en redenaties. "Zeg me dan nu wat je me had willen schrijven", zei Lode. Ik zei dat ik niet eens wist wat ik had willen schrijven, ik was niet verder gekomen dan te stoeien met de gedachte iets te sturen. Ik had me door mijn redenaties tegen gehouden. "Maar ik voel wel wat er nu is in mij naar jou", zei ik. Ik vertelde hem dat ik heel blij ben met hem in mijn leven, dat ik van hem houd, niet weet hoe dat er morgen uit ziet, dat ik me verbonden met hem voel, dat ik af en toe verlang om bij hem te zijn. "Ik hou van jou en nu voelt dat dat dat voor altijd is", zei Lode.
We hadden het zo fijn samen. Het was fijn om zo open te beginnen, met mijn verlangen en mijn tranen. Heerlijk om samen te zijn, Lode is zo'n fijne man. De volgende ochtend ging de wekker vroeg, Lode ging zijn kinderen ophalen. Ik bleef in bed en ging schrijven. Mijn schrijfsels maakten me het een en ander duidelijk; ik had nog iets niet gezegd tegen Lode wat er wel is; buiten dat ik van hem hou en me verbonden voel met hem, voel ik me trouw naar hem. Ik wil zijn vriend zijn en ik wil dat hij weet dat ik er voor hem ben, dat ik er voor hem wil zijn als hij me nodig heeft. Ik nam me voor om ook dat nog tegen hem te zeggen.
Ook vroeg ik me af, al schrijvende, of mijn angst voor afkeuring, voor afwijzing als ik mijn liefde voluit laat stromen wel zoveel met de ander te maken heeft. Ik ontdekte dat het meer mijn eigen "bescherming" om niet alles te laten zien. Want als ik mezelf toesta voluit van Lode te houden dan voel ik ook angst dat ik hem weer verlies en dat doet pijn. Verdriet is de prijs van binding, wil ik die pijn mezelf wel aandoen? Terwijl ik me dit realiseerde wist ik dat ik me niet door angst wil laten leiden. Ik heb uiteindelijk liever verdriet dan dat ik mijn leven maar half leef. Ook pijn is "fijn" als het er gewoon maar mag zijn. Weer die keuze tussen liefde en angst.. en weer voel ik dat ik mijn liefde wil leven en me niet door mijn angst wil laten leiden.
Lode kwam terug met zijn jongste zoon, leuk om hem ook weer even te zien, nu verkleed als "superman" (carnaval). "Het ging niet helemaal goed", zei Lode. Lode vertelde dat hij veel verdriet had gehad tijdens het ophalen van zijn kinderen, hij had zo graag een harmonieus gezinsleven gehad met de moeder van zijn kinderen en hun kinderen. Er was nu iets voorgevallen waardoor hij die pijn weer even in alle heftigheid voelde. Ook toen hij het mij vertelde kwamen de tranen en zag ik zijn pijn op zijn gezicht. Ik voelde me blij dat ik dit mag zien van hem, zo dichtbij mag zijn en ik voelde me blij dat ik er was op dat moment. Opnieuw voelde ik hoe graag ik er voor hem ben, ook in zijn verdriet.
Terwijl we met z'n drieën boterhammen aan het eten waren zei ik tegen Lode dat ik nog niet alles gezegd had gisteren in de auto. Ik zei hem dat ik zijn vriend wil zijn. Dat ik wil dat hij weet dat hij bij mij terecht kan. "ik vind dat zo fijn dat je dat zegt", zei Lode met opnieuw betraande ogen.
Onderweg in de trein naar huis belde ik Jerry. Even horen hoe het met hem is, hoe het met de kinderen ging die ochtend en om te vertellen dat ik het fijn heb gehad met Lode, gewoon om even contact te hebben, te delen. En ik wilde weten of hij de komende avond thuis was, daar hoopte ik op, om samen te zijn, te delen. Het was fijn aan de telefoon met Jerry. Zo hartelijk en rustig, zo "normaal" dat ik bij Lode heb geslapen. Hij weet van mijn liefde voor Lode en weet ook van mijn liefde voor hem. Zo genieten om zo voluit mezelf te kunnen zijn en zo vrijuit te kunnen liefhebben.
Monday, March 05, 2007
thuis komen
Er kwamen vrienden eten die we, heel wonderlijk, nog niets verteld hadden over de veranderde relatie van Jerry en mij. Ik nam me voor om dat die avond wel te doen want het voelde alsof ik iets belangrijks achter hield. Dus begon ik er over. Heel bijzonder om nu pas deze vrienden te vertellen van het proces tussen Jerry en mij wat al bijna twee jaar aan de gang is nu, om te vertellen waar we nu staan en hoe we daar gekomen zijn. Het zijn hele lieve, fijne mensen die goed kunnen luisteren. Nadat Jerry en ik er beide over verteld hadden reageerden ze. Elly zei tegen mij; "ik hoor dat het helemaal bij je past, dat het jouw je vrijheid oplevert waar je je goed bij voelt, dat het echt jouw leven is." En toen tegen Jerry: "Maar is het ook goed voor jou, wat levert het jou op?" "Mooi dat je dat vraagt", zei Jerry, "want ik vraag me de laatste tijd weleens af of ik wel meerdere liefdesrelaties wil, of IK wel echt "poly" ben." Het gesprek leverde Jerry op dat hij meer weet wat hem past; hij wil zijn relatie met mij, daarnaast fijne vriendschappen met misschien eens vrijen daarbij maar hij weet niet of hij echt een andere liefdesrelatie erbij zou willen.
Voor mij was het gesprek met hen ook een stukje meer landen in mezelf. Doordat ze beide het zo duidelijk bij mij vonden passen, dat voor hen zo duidelijk was dat dit goed voor mij is, hielp het mij om mezelf nog weer meer te erkennen dat het inderdaad mijn leven is, dat het voluit bij mij past om mijn liefde te laten stromen waar het heen gaat. Dat het mij juist heel goed doet om meerdere liefdesrelaties te hebben; ik voel me de laatste tijd als een vis in het water nu ik steeds meer voluit mijn liefde durf te leven, er voluit voor durf te staan en er mijn verantwoordelijkheid voor neem. Ik voel me zo rijk met mijn leven zoals het nu is.
Ook ont-dekte ik dat IK "polyamoreus" ben. Ik dacht tot vrijdag dat iedereen dat diep van binnen eigenlijk is maar dat we door de monogame cultuur waarin we leven, daar nog weinig contact mee hebben. Ik ontdekte dat dat niet zo is. Natuurlijk houd iedereen van meer dan één mens. Maar het gaat er om of je je goed voelt in één liefdesrelatie of dat je je goed voelt in meerdere liefdesrelaties. Wat past bij je, hoe kom je het best tot je recht? Ik heb me in monogame relaties altijd min of meer opgesloten gevoeld, ik mocht van alles niet. Dat realiseer ik me nu pas nu ik een ander leven leidt, ik was me daar destijds niet bewust van. Nu ik dat achter me heb gelaten en lief durf te hebben voorbij de grenzen van een monogame relatie en er zich meerdere liefdesrelaties ontwikkelen, voel ik zo dat DIT bij mij past. Het voelt als thuiskomen. Zo fijn! Dat gaat dus niet over iets dat aangeleerd is maar over waar je je het prettigst bij voelt.
Het gesprek met onze vrienden hielp me weer een stukje meer thuis te komen bij mezelf, nog meer te landen in wie ik in wezen ben, en me daar voluit en van harte mee verbinden... dit is wie ik ben en ook wil zijn; mijn liefde leven en laten stromen, me niet beperken tot één liefdesrelatie, ik heb niet alleen ruimte voor meer, het past mij, ik voel me er super goed mee. Alsof dit gesprek me nog niet genoeg duidelijk had gemaakt droomde ik die nacht dat ik aan het dansen was (dansen is zo'n grote passie van mij waar ik zoveel ik kwijt kan). Ik danste een nieuwe dans; een nieuw ritme, nieuwe bewegingen, alles was anders en ik wist; dit is mijn dans, precies in dit ritme, in deze beweging, in deze stroom voel ik me thuis, dit is het mijne.
Voor mij was het gesprek met hen ook een stukje meer landen in mezelf. Doordat ze beide het zo duidelijk bij mij vonden passen, dat voor hen zo duidelijk was dat dit goed voor mij is, hielp het mij om mezelf nog weer meer te erkennen dat het inderdaad mijn leven is, dat het voluit bij mij past om mijn liefde te laten stromen waar het heen gaat. Dat het mij juist heel goed doet om meerdere liefdesrelaties te hebben; ik voel me de laatste tijd als een vis in het water nu ik steeds meer voluit mijn liefde durf te leven, er voluit voor durf te staan en er mijn verantwoordelijkheid voor neem. Ik voel me zo rijk met mijn leven zoals het nu is.
Ook ont-dekte ik dat IK "polyamoreus" ben. Ik dacht tot vrijdag dat iedereen dat diep van binnen eigenlijk is maar dat we door de monogame cultuur waarin we leven, daar nog weinig contact mee hebben. Ik ontdekte dat dat niet zo is. Natuurlijk houd iedereen van meer dan één mens. Maar het gaat er om of je je goed voelt in één liefdesrelatie of dat je je goed voelt in meerdere liefdesrelaties. Wat past bij je, hoe kom je het best tot je recht? Ik heb me in monogame relaties altijd min of meer opgesloten gevoeld, ik mocht van alles niet. Dat realiseer ik me nu pas nu ik een ander leven leidt, ik was me daar destijds niet bewust van. Nu ik dat achter me heb gelaten en lief durf te hebben voorbij de grenzen van een monogame relatie en er zich meerdere liefdesrelaties ontwikkelen, voel ik zo dat DIT bij mij past. Het voelt als thuiskomen. Zo fijn! Dat gaat dus niet over iets dat aangeleerd is maar over waar je je het prettigst bij voelt.
Het gesprek met onze vrienden hielp me weer een stukje meer thuis te komen bij mezelf, nog meer te landen in wie ik in wezen ben, en me daar voluit en van harte mee verbinden... dit is wie ik ben en ook wil zijn; mijn liefde leven en laten stromen, me niet beperken tot één liefdesrelatie, ik heb niet alleen ruimte voor meer, het past mij, ik voel me er super goed mee. Alsof dit gesprek me nog niet genoeg duidelijk had gemaakt droomde ik die nacht dat ik aan het dansen was (dansen is zo'n grote passie van mij waar ik zoveel ik kwijt kan). Ik danste een nieuwe dans; een nieuw ritme, nieuwe bewegingen, alles was anders en ik wist; dit is mijn dans, precies in dit ritme, in deze beweging, in deze stroom voel ik me thuis, dit is het mijne.
bezit
Ik was bij Toon. We hadden het opnieuw fantastisch met elkaar. Met Toon voel ik hoe ik voluit kan liefhebben en toch op mijn eigen benen blijf staan, liefhebben zonder één-worden, zonder versmelting. Toon zei hoe bijzonder het voor hem
was, dat hij verbaasd was dat hij zich niet verliefd voelde op mij, dat hij
dat vroeger absoluut wel gevoeld zou hebben. Hij begon er grapjes over te maken en hij zei; "Ik denk dat ik je gewoon hier houd". "Ja", zei ik, en ik dikte het nog een beetje aan met: "Je kan de deur barricaderen". Toen ik me dat voorstelde dat hij dat zou doen voelde ik boosheid opkomen en meteen schoot ik uit het contact met hem, hij werd acuut mijn tegenstander, mijn vijand!! Alleen al op het idee van vast gehouden te worden… terwijl we het zo super hadden samen..... ik voelde dat ik door de ramen naar buiten zou springen.
Ik ben geen bezit van welke man dan ook. Ik ben van mezelf en van niemand anders. Ik zeg weleens tegen Jerry, dat juist doordat hij me voluit vrij laat, ik bij hem kan blijven en telkens meer van hem ga houden. Hoe vrijer ik me maak en hoe meer ik van mezelf word, hoe intenser ik lief ga hebben en me ga verbinden
met anderen. Maar dan wel vanuit die vrijheid en niet anders; wat een power, wat een woede voelde ik alleen al bij het idee om geclaimd te worden! Alleen als de ander mij los laat kan ik vrijuit liefhebben.
was, dat hij verbaasd was dat hij zich niet verliefd voelde op mij, dat hij
dat vroeger absoluut wel gevoeld zou hebben. Hij begon er grapjes over te maken en hij zei; "Ik denk dat ik je gewoon hier houd". "Ja", zei ik, en ik dikte het nog een beetje aan met: "Je kan de deur barricaderen". Toen ik me dat voorstelde dat hij dat zou doen voelde ik boosheid opkomen en meteen schoot ik uit het contact met hem, hij werd acuut mijn tegenstander, mijn vijand!! Alleen al op het idee van vast gehouden te worden… terwijl we het zo super hadden samen..... ik voelde dat ik door de ramen naar buiten zou springen.
Ik ben geen bezit van welke man dan ook. Ik ben van mezelf en van niemand anders. Ik zeg weleens tegen Jerry, dat juist doordat hij me voluit vrij laat, ik bij hem kan blijven en telkens meer van hem ga houden. Hoe vrijer ik me maak en hoe meer ik van mezelf word, hoe intenser ik lief ga hebben en me ga verbinden
met anderen. Maar dan wel vanuit die vrijheid en niet anders; wat een power, wat een woede voelde ik alleen al bij het idee om geclaimd te worden! Alleen als de ander mij los laat kan ik vrijuit liefhebben.
Subscribe to:
Posts (Atom)